Truus Seiger, al 25 jaar lid kantinecommissie:
‘Mooi om zo iets terug te doen voor Quick’20’

Het is de Week van de Vrijwilliger. Alle aanleiding elke dag een vrijwilliger van Quick’20 in de schijnwerpers te plaatsen. Vandaag 5 vragen aan Truus Seiger (74), al bijna 25 jaar lid van de kantinecommissie.

1. Hoe raakte je betrokken bij Quick’20?
Truus Seiger: “Onze jongens Collin en Marco zijn al van jongs af aan lid van Quick’20. Mijn man Bennie was in de jeugd leider van hen en is nu nog steeds lid van de Commissie van Ontvangst. Zo rolde ik er ook al snel in. Ik ging altijd mee met de wedstrijden van de jongens. Ben ook een echte voetballiefhebber. En met andere ouders was het altijd gezellig. Ook de derde helft, na de wedstrijden. Haha, glaasje rode wijn en Truus kreeg een rode biet… Dat zie je overigens niet zo heel veel meer, dat de ouders blijven nazitten.”

2. Hoe lang ben je al actief als vrijwilliger?
“Dat wordt in de zomer 25 jaar. Destijds ben ik voor de kantinecommissie benaderd door Ans Ankone. Sindsdien sta ik in de keuken en achter de bar.”

3. Wat is je drijfveer om je in te zetten voor Quick’20?
“Allereerst omdat Quick gewoon een hele leuke vereniging is. Het is mooi om op deze manier iets voor de club te kunnen doen. Ik heb hier altijd prachtige momenten gehad. In de oude kantine vond ik het overigens nog gezelliger. De sfeer was een beetje anders. Het was wat knusser. Het is allemaal veel uitgebreider geworden. Toen had je broodjes ham en kaas en daarmee hield het wel op. En dan moet je nu eens zien wat we allemaal in de kantine aanbieden. Het is niet minder leuk, maar wel anders.”

4. Hoe lang ga je nog door?
“Dat weet ik niet. In ieder geval zolang ik gezond blijf. En ik het natuurlijk leuk vind. Maar dat gaat wel lukken. We hebben het samen gezellig in onze commissie, we vormen een leuk team. De samenwerking is goed. We helpen elkaar op momenten dat het nodig is. We krijgen ook wel waardering van anderen. Dat is fijn.”

5. Valt er nog iets te verbeteren?
“Daar moet ik even over nadenken. Misschien zou het goed zijn om wat vaker te vergaderen. Dan kun je gemakkelijker iets aankaarten als er wat is gebeurd. Ja, af en toe een meer formeler overleg zou ik wel prettig vinden.”

Morgen in de Week van de Vrijwilliger stellen wij 5 vragen aan: Roy Oude Nijhuis, hoofdcoördinator van de trainingsgroep